Netspin 1(2)(2)



Netspin 1(2)(2)

Wat
Een oefening waarbij in tweetallen getraind wordt op het slaan van de shuttle met een tollende beweging.
Doel
Het aanleren van een netspin
Omschrijving
Vrij in de zaal wordt in 2 tallen de netspin getraind. Een speler gooit de shuttel aan, de andere probeert de shuttle zo vaak mogelijk te laten tollen
Waar
Vrij in de zaal
Wie
In twee tallen, 1 werker en 1 aangever
Materiaal
10 shuttles, 1 racket, een korf/krant/mat/racket of een ander mikpunt op de grond.
Hoe
Aangever gooit shuttle onderhands aan alsof de shuttle komt vanuit een korte service. De werker probeert de shuttle zo vaak mogelijk te laten tollen. De werker mikt op het mikpunt.
Wanneer wordt de slag gebruikt
De netspin wordt gebruikt als de tegenstander in het achterveld staat. Hij wordt gespeeld als de shuttle onder de netband is gekomen.
Waarom wordt de slag gebruikt
De netspin wordt gebruikt om de tegenstander naar voren te halen om zo het achterveld vrij te spelen om daar een scoringskans te creëren. Ook zorgt de netspin ervoor dat je de tegenstander dwingt om een lob te spelen waardoor jij een kans krijgt om de aanval te nemen.
how_is_stroke_used
De netspin is een slag die van het voorveld naar het voorveld gespeeld wordt. Het is de bedoeling dat de shuttle zo dicht mogelijk over het net gaat.
Aandachtspunten
- Losse grip
- Elleboog positie
- Twee armen
- Blad positie
- Uitvalspas
- Rechtop blijven tijdens slag
- Voetpositie
Verdieping
- Op de baan bij het net
- Vanaf basis vanuit splitstep
- Vanuit verschillende looplijnen
- Probeer de shuttle via de netband te spelen
Vereenvoudiging
- Gebruik een ballon ipv een shuttle
- Gerbuik de hand ipv een shuttle
- Houd het racket bij het blad vast (tafeltennisbatje)
- Vergroot het mikpunt
Variatietips
Tellen hoe vaak de shuttle in het mikpunt valt.
Aanwijzingen die je de spelers kunt geven:
- Als een schermer inkomen
- Degen laten hangen
- Driehoekje maken met hand, blad en elleboog